Wie verwachtte dat het opinieweekblad EW (voorheen Elsevier) de ruk naar rechts bij de verkiezingen zou verwelkomen, kent het blad slecht. „Waarom een kabinet-Wilders I geen goed nieuws is voor Nederland”, stond na de uitslag op de cover. In hetzelfde nummer rekende hoofdredacteur Arendo Joustra af met de VVD, onder de kop „Hoe de VVD in 4,5 maand zelfmoord pleegde als grootste partij”.
„Wij vinden onszelf niet rechts”, zeg Joustra stellig, in een gesprek in zijn werkkamer met kamerbrede boekenkasten in Amsterdam.
Toen Joustra tien jaar hoofdredacteur was stelde hij een bundel opstellen samen met de titel Handboek Hoofdredacteur, en de ondertitel Hoe je het wordt, bent en blijft. Die eerste twee stappen had hij al gezet, maar hoe je dat laatste voor elkaar krijgt had hij ook al goed begrepen. Als Joustra (66) eind deze maand stopt als hoofdredacteur, heeft hij die functie 24 jaar bekleed.
Toen hij op 1 januari 2000 aantrad had Nederland een ‘paars’ kabinet (PvdA, VVD, D66) onder leiding van de sociaaldemocraat Wim Kok. Pim Fortuyn was columnist van Elsevier. Beatrix was koningin, mét een rol bij kabinetsformaties. En het internet stond nog in de kinderschoenen.
„Grosso modo stemde toen de helft van Nederland rechts en de andere helft links. Elsevier was een beetje de stem van de ene helft.”
Dus toch de stem van rechts?
„We hebben ons nooit zo geafficheerd, maar dat blijkt dan steeds, ook al zien we onszelf niet zo. We zijn opgewekt, optimistisch, en wel ondernemersgezind. Veel belangrijker is dat er een soort grijze deken over Den Haag lag, omdat de twee antagonisten PvdA en VVD samen in dat paarse kabinet zaten. Dus discussies waren er eigenlijk nauwelijks. Je verveelde je soms bij politieke debatten. Daarmee kregen wij een open speelveld.
„In de Nederlandse journalistiek was er, en is er nog steeds, een neiging om de consensus op te zoeken. Wij hadden die neiging niet. We vonden het juist leuk om in de geest van Henk Broekhuis, pseudoniem van Karel van het Reve, idées reçues tegen het licht te houden. Democratie leeft bij discussie. Daarom lees ik ook altijd mensen met wie ik het niet eens ben, dat maakt me scherper. Dat heb je nodig om een beter land te worden.
„Alles veranderde natuurlijk – de politiek maar ook het medialandschap – met Pim Fortuyn, 9/11 en de opkomst van het internet.”
Fortuyn was acht jaar columnist van Elsevier. Hoe heeft de moord op hem het blad beïnvloed?
„Het nummer van die week ging net naar de drukker toen hij werd neergeschoten. Het was natuurlijk een schok. Maar we moesten meteen aan de slag. We konden het nummer in een paar uur tijd nog helemaal omgooien. Hij beschouwde mij als een soort vriend, maar ik had dat veel minder met hem, omdat hij een onmogelijke man was die je liever niet op je feestje uitnodigde.
„In verkiezingstijd moesten wij afstand nemen van Fortuyn en dat wilden we ook. Maar dat werd niet altijd zo gezien, zoals nu Plasterk en De Telegraaf als één worden beschouwd. We hadden natuurlijk veel meer columnisten dan alleen Fortuyn.
„Toen hij vermoord werd was hij al geen columnist meer. We hadden een lastige verhouding met hem. Bij migratie ging het hem erg om het culturele verschil en de godsdienst. Wij keken er meer naar vanuit de vraag: heeft onze economie die migratie nodig? Met de import van goedkope arbeid zorg je dat bedrijven niet innoveren met arbeidsvervangende machines. Met goedkope arbeid houd je je land dus in zekere zin arm. De bedrijven waar de migranten aanvankelijk voor kwamen, in de textielindustrie en de scheepsbouw, zijn allemaal ten onder gegaan. Het is uitstel van executie geweest.
„Sinds Fortuyn is er een groep mensen die boos of ongelukkig zijn in een wereld die globaliseert, mensen die het gevoel hebben dat ze geen greep meer op hun eigen leven hebben. Die groep rolt sindsdien als een kwikbolletje door het politieke landschap. De ene keer kwam het bij Fortuyn uit, de andere keer bij Wilders, bij de VVD, bij de SP, in 2019 bij de provinciale staten verkiezingen werd Forum opeens de grootste, in 2023 eerst BBB, nu de PVV en als er over twee jaar weer verkiezingen zijn, komt dat bolletje weer ergens anders terecht.
„Ik vind het interessant om daarbij te kijken wat er met de linkse partijen is gebeurd. Zelf ben ik, en dat staat heel raar als je dat opschrijft, vanuit mijn middelbare schooltijd een soort marxist in mijn denken. Ik kijk empirisch, naar klasse, naar zijn en bewustzijn. Van daaruit zoek ik naar de oorzaak van verschuivingen in de samenleving en vraag ik me af: waar komen die bewegingen door? Waarom hebben de linkse partijen die onderklasse laten lopen?
„Dat is een raadsel. Maar het heeft er misschien mee te maken dat links oorspronkelijk niet de autoriteiten vertegenwoordigde, maar juist een beweging tégen de macht was. Toen links onderdeel werd van de macht, was het lastiger om het beeld in stand te houden dat je daar terecht kan om je tegen de overheid af te zetten.”
U verwijt Wilders in EW…
„zeg maar Elsevier hoor..”
…niet alleen dat hij een vicepremier uitscheldt voor heks, maar „erger nog, dat hij bij voortduring de democratische instituties ondermijnt, bijvoorbeeld door de Tweede Kamer weg te zetten als ‘nepparlement’ en de rechterlijke macht als een linkse activistische politieke groepering. Dat hij hele bevolkings- en geloofsgroepen demoniseert en weigert daarvoor zijn excuses te maken, geeft al aan dat hij nooit als premier van ‘alle Nederlanders’ kan functioneren.” Een hard oordeel voor rechtse lezers.
„Wij zijn ook nooit vriendjes geweest met Fortuyn, en ook niet met Baudet. Anderen hebben ons wel eens omschreven als ‘keurig rechts’. Wat ik schreef was dat Wilders zich nu anders voordoet, maar dat een vos wel zijn haren verliest maar niet zijn streken. Óf hij heeft de afgelopen jaren geacteerd, óf hij acteert nu. En je moet uitkijken, want de blijf-van-mijn-lijfhuizen-zitten vol met vrouwen die dáchten dat hun man echt heus was veranderd, omdat-ie dat steeds zei.”
De oplage van Elsevier is de afgelopen jaren sterk gedaald, van 150.000 in 2007 tot zo’n 50.000 nu. Hoe komt dat?
„Daar zijn allerlei verklaringen voor. Het goede nieuws is: wij zaten tot voor kort bij een grote multinational (Relx, voorheen ReedElsevier, red). Dat houdt je scherp, en dus hebben we altijd behoorlijk winst gemaakt en dat doen we nog steeds. De getallen van de financiën zijn bij ons net zo belangrijk, of belangrijker, dan de getallen van de oplage.
„Dat de oplage naar beneden is gegaan zie je ook bij weekbladen in andere landen. In Amerika zijn U.S. News & World Report en Newsweek in feite gestopt. Time Magazine, het icoon dat voorbeeld was voor alle weekbladen, verschijnt nog maar om de week. In Nederland zijn twee weekbladen maandbladen geworden, HP/De Tijd en Vrij Nederland. Als wekelijkse opiniebladen heb je nu alleen nog NIW, De Groene en Elsevier.
„Wat ons in de media allemaal parten speelt, is dat wat lezers willen totaal niet meer gebonden is aan een frequentie van verschijning of een bepaalde titel. Of je nu verschijnt als dagblad, als weekblad of eens in de maand: op internet heeft alles dezelfde waarde. Als je op internet zoekt vind je alles, maar de titel doet er niet meer toe. Wat resteert zijn je eigen opvattingen, hoe je naar de samenleving kijkt.
„Er zijn heel veel meningen in Nederland. Maar een opinie, voor een opinieblad, is gebaseerd op onderzoek. En niet op iets wat je vindt of voelt of je emotie.
„Als je nu de kranten ziet, en ik lees ze allemaal, dan lijken ze het erg met elkaar eens – met als buitenbeentje De Telegraaf. Zelfs het Journaal en RTL Nieuws zijn redelijk gelijkluidend. Bijvoorbeeld over de banken of het grote bedrijfsleven, die het grote kwaad zijn, daar hoor je toch weinig andere geluiden over. Maar daarin vinden wij juist onze raison d’être: niet meegaan met de consensus.”
Wat zijn in de huidige situatie uw grootste zorgen?
„Ik heb twee grote zorgen. Hoe verdient Nederland over twintig jaar nog zijn geld? Als over het bedrijfsleven wordt geschreven, gaat het vooral over de schade die het aanricht, veel minder over de voordelen die het oplevert. Zonder bedrijven als Shell is die hele energietransitie niet mogelijk. En denk ook eens aan de miljoenen mensen die bij zulke bedrijven werken.
„Nog zorgelijker is de geopolitieke situatie. Het gemak waarmee wordt ontkend, omdat dat nu eenmaal makkelijker is, dat we op ons continent een oorlog hebben die we niet mogen verliezen. Die we laten uitvechten door een soort huurlingenleger, namelijk de Oekraïners. Terwijl Amerika gezegd heeft dat ze geen twee oorlogen tegelijk kunnen voeren. In Nederland en Europa denken we dat we een soort strategische autonomie hebben, zonder legers die dat ook maar enigszins kunnen waarmaken.
„In feite moeten we niet naar 2 procent van het BBP voor defensie-uitgaven, maar naar 4 procent. Wij denken nog steeds dat we in een soort paradijs aan de Noordzee leven en iedereen wil geld erbij hebben. Alsof die oorlog geen geld kost. En wie gaat er vechten, als Rusland straks de Baltische landen binnenvalt? Ja, ons leger. Maar welke Nederlanders zijn nog bereid om te vechten?”
De politieke situatie in eigen land hoort niet tot uw grootste zorgen?
„Als we maar vasthouden aan onze instituties ben ik tamelijk optimistisch. We hebben het gehad over de PVV en hoe die ons systeem ondermijnt, maar ik schrik me wild als een PvdA-GroenLinks congres zegt dat de monarchie moeten worden afgeschaft. De monarchie is belangrijk als niet-politieke entiteit, die als een soort politieke paraplu boven een land met vijftien politieke partijen en zes of acht religies zorgt voor een zekere eenheid in een tijd waarin veel mensen denken geen greep meer te hebben op het leven.
„Je moet heel voorzichtig zijn met het lostrekken van draadjes uit een systeem dat in 200 jaar is opgebouwd. Als je niet oppast trek je veel meer los. Instituties zorgen voor een kader, daar moet je aan vasthouden, zeker in woelige tijden.”
Leeslijst